Hoofdlijnen actuele beleidsplan
1. Werkzaamheden
2. Werving van gelden
3. Beheer van het vermogen 4. Bestedingen
Ad 1. Het bestuur vergadert als regel om de zes weken. Aan de orde komen dan onder meer de ingezonden stukken, het actuele reilen en zeilen van de Tuin, de financiële situatie, bijzondere evenementen, relatie met de Vrijwilligersstichting en met de Stichting Botanische Tuin Zuidas. Waar maar mogelijk zijn de inspanningen van het bestuur gericht op continuïteit en groei en bloei van de Tuin voor nu en tot in lengte van jaren. In de bestuursvergadering vindt ook besluitvorming plaats over ontvangen subsidieverzoeken.
Ad 2. Ieder jaar wordt aan iedereen die als betalende vriend van de Stichting bekend staat een zogeheten donateursbrief verzonden waarin de ontwikkelingen van de Botanische Tuin in het afgelopen jaar worden uiteengezet en waarin wordt gevraagd om een jaarlijkse bijdrage over te maken. Los daarvan presenteert de Stichting zich ook waar mogelijk op open dagen in de Tuin met de bedoeling aan haar bestaan/ doelstelling bekendheid te geven en nieuwe donateurs te werven.
Ad 3. De penningmeester voert het beheer over het vermogen met inachtneming van de aanwijzingen/ richtlijnen van het bestuur. Deze functionaris kan aan het bestuur onder meer voorstellen doen over het beleid inzake aan- en verkoop van effecten; het bestuur stelt zich op het standpunt dat met gelden afkomstig van donateurs zo zorgvuldig mogelijk moet worden omgegaan; als het gaat om het beleggen in effecten kiest het bestuur op dat vlak nadrukkelijk voor een lage risicocategorie; bovendien geldt als randvoorwaarde dat het vermogen voor nooit meer dan 50% in effecten wordt ondergebracht.
Ad 4. De Stichting is in beginsel bereid om projecten in het kader van haar doelstelling van financiële steun te voorzien. Dat zijn die projecten die functioneren en instandhouding van de Tuin bevorderen. Behalve de vraag of het project te rangschikken is onder deze criteria zal een besluit tot beschikbaarstelling van een geldbedrag ook afhangen van de vraag of de actuele begroting in een dergelijke uitgave voorziet.